Simon Vroemen heeft tijdens de EK atletiek in 2006 de dopingregels overtreden. Dit concludeert de Dopingautoriteit na onderzoek. De instantie heeft het rapport vrijdag openbaargemaakt.
De Dopingautoriteit stelt in het rapport dat de voormalige steepleloper op de Europese titelstrijd in Göteborg gebruik heeft gemaakt van een herstelinfuus zonder dat dit als een medisch noodzakelijke handeling kon gelden en zonder dat hij daarvoor dispensatie had gekregen.
De Dopingautoriteit zal de overtreding bij de internationale atletiekfederatie IAAF aangeven en de IAAF verzoeken de zaak tuchtrechtelijk af te handelen.
Voedselvergiftiging
Vroemen werd destijds op de EK in Göteborg ziek. Hij gaf toen als verklaring getroffen te zijn door een voedselvergiftiging. Na het EK stopte hij met topatletiek.
Dit seizoen maakte Vroemen echter zijn rentree, plaatste hij zich voor de Olympische Spelen maar werd hij in juni positief bevonden. Dat was de reden voor de Atletiekunie de zaak uit 2006 alsnog bij de Dopingautoriteit te melden.
Atletiekunie
De Dopingautoriteit onderzocht ook de rol van de Atletiekunie in de affaire van 2006. De Atletiekunie kreeg in januari 2007 middels een vertrouwelijke e-mail van Vroemen door, dat de atleet in Göteborg de dopingregels had overtreden.
Daar werd toen niets mee gedaan omdat Vroemen als topsporter was gestopt. De Dopingautorireit oordeelt vrijdag dat de Atletiekunie begin 2007 niet adequaat heeft opgetreden, maar dat het 'niet-handelen' niet kan worden gekwalificeerd als een dopingovertreding.
Niet adequaat
''Bestuur en directie van de Atletiekunie hebben niet adequaat gehandeld nadat zij kennis namen van serieus te nemen aanwijzigingen dat Simon Vroemen een dopingovertreding begaan had."
"Vast staat dat bestuursleden en de directeur van de Atletiekunie kennis hadden van de verdenkingen, maar zij hebben hierop geen actie ondernomen'', noteert de Dopingautoriteit in het rapport.