maandag, mei 11, 2015

En dat is alweer drie

Het gaat best snel zo. Deze week was het nog maar 70 dagen tot aan Roth, kijk dat schiet tenminste al een op. De week begon goed: de kinderen waren logeren bij oma :-). Dat gaf mijn vrouw en ik de mogelijkheid om samen op de racefiets te stappen en even bij mijn ouders langs te rijden. Nu moet ik dat even uitleggen wat de bedoeling was. Vanaf Nijmegen ligt er pakweg een jaar een snelfietsroute naar Arnhem. Niet dat mijn ouders in R-num wonen, ben je gek zeg, nee, daar ligt de brug over de IJssel die ons naar Westervoort en vervolgens naar Duiven en eindbestemming Zevenaar brengt. Vanaf mijn huis zou ik dan in theorie eerst over de snelfietsroute Nijmegen – Beuningen kunnen fietsen, vervolgens de snelfietsroute Nijmegen – Arnhem (genaamd RijnWaalpad) om vervolgens de snelfietsroute Arnhem – Zevenaar. Bijna alles over het lekkere gladde asfalt, bij ons in het gezin nog wel eens Attoe-asfalt genoemd aangezien vriend Arthur, bijgenaamd Attoe, zich hier jaren geleden hard voor maakte om van Nijmegen naar Wijchen een fietspad aan te leggen met van dat lekkere strakke rode asfalt. Het eerste stuk van de route kende ik al maar dan kom ik in Lent en dan begint toch het zoeken van de juiste route. Verdomd er staan bordjes en verdomd, er is ook een weg geblokkeerd. Maar daar hebben we de route weer en al snel rijden we naar Bemmel.

Kijk dat gaat al lekker, maar dan. Een keuzemomentje: rechtsdoor of linksaf? In mijn mannelijke overtuiging denk ik dat we rechtdoor moeten. Daar loopt inderdaad een fietspad maar uiteindelijk komen we in Arnhem-Zuid uit, midden in de woonwijk waar ik laatst ook per ongeluk was uitgekomen en laten we wel wezen: daar moet je zo snel mogelijk wegwezen. Hadden we toch links gemoeten? Vast want dit is niet de juiste route, maar doordat ik hier wel vaker was geweest kon ik al vrij snel de juiste route langs de Pleij vinden en dan de brug naar Westervoort op en rechtdoor naar Zevenaar, op bekende grond door de Helhoek (what’s in a name) en door naar Opa en Oma. Opa was de auto aan het wassen en zelfs de onvolprezen Kangoo (past alles in, met de aerodynamica van een baktsteen) in de was aan het zetten. En dat mag best een keer genoemd worden, want als het 2x per jaar gebeurd is dat veel. Da’s altijd nog twee keer vaker dan ikzelf want ik kies gewoon voor de wasstraat bij de Anac (zou ik nu korting krijgen als ik ze nog een paar keer noem?). Toevallig komt op dat moment neef Rob ook aangereden (zo noemen we dat in Zevenaar) en dat komt ook niet zo heel vaak voor dat we elkaar daar treffen. Neef Rob is ook een man die de triathlon sport een warm hart toe draagt en voormalig Rosmulder kwart triathlon record houder, totdat ik hem vorig jaar onttroonde in Didam (geboortegrond van mijn Rosmulder clan). Taak aan mij om eind volgende maand in Gendt het record nog wat scherper te stellen zodat over een jaartje of 20 mijn zoon Sven een stevige uitdaging heeft staan :-).

Na een kleine versnapering en een goedkeurende blik op de versgewassen en gepoetste Kangoo, gaan we via de korte route terug naar Nijmegen. De korte route gaat via het altijd knusse pontje van Pannerden – Doornenburg. Dat kost me twee euro, een voor mijn vrouw en een voor mij en eigenlijk probeer ik dat altijd te vermijden. Niet omdat ik zo krenterig ben, een beetje maar, maar omdat dit minder meters zijn en dat proberen we te vermijden deze weken. Lekker over de dijken, weinig auto’s, prima fietsen en ook nog even iets van quality time samen (alhoewel ik op de dijk natuurlijk wel op kop tegen de wind in moest fietsen, zo galant ben ik dan ook wel weer). Helaas kon ik mijn lieftallige vrouw niet overtuigen om ’s avonds mee te gaan zwemmen, maar niet getreurd. Met Martijn, Alan en Arnoud, het bekende MAA trio, was het lekker ploeteren in West.

Volgende ochtend klein tikkie uitslapen en hoogste tijd om eens iets aan de core stabiliteit te doen, dus hup, op naar Avalon fitness. Eens gebruik maken van dat jaarabonnement. Nu weet ik dat ze daar een buikspierkwartier en een stretchkwartiertje hebben. Dat is niks anders dan een groot tv scherm met een opgenomen video met een beeldschone gespierde dame die de oefeningen feilloos voordoet. Hoe moeilijk kan het zijn Jasper? Nou, verdomd moeilijk dus. Tering. Ik moet smokkelen met de oefeningen en kan ze niet allemaal afmaken. Ai, hier is dus nog genoeg werk aan de winkel. Op het commando “doe dit met gestrekte benen”  probeer ik uit alle macht mijn hoek van laten we zeggen 100 graden naar 180 graden te krijgen, maar dat is kansloos. Sjezus, wat ben ik een stijve hark. Moet ik me zorgen gaan maken? Gewoon doorgaan en als ik thuis kom, zie ik dat op deze bevrijdingsdag er nog mensen wel een kort programmaatje op de baan willen doen. Kijk, dat klinkt goed. Lopend naar Kristiaan, dan door naar de baan waar Arnoud al te wachten staat en dan gaat het behoorlijk plenzen. Als ik ergens een schijt (mag ik dat zeggen? Ja dat mag ik zeggen) hekel heb is het een zeiknatte atletiekbaan. Dus schuilen onder de tribune dan maar. Kijk je niet op buienradar vraag je je misschien af? Jawel, maar ja. Afspraak is afspraak, weer of geen weer. Als het weer enigszins is opgehouden met hard regenen gaan we maar het schema afwerken. Helaas kan ik de mannen net niet bijhouden in de laatste 3 ronden maar ben prima tevreden met mijn tempo’s. Er komt zowaar iets van power in de benen, die ik al een flink aantal maanden gemist heb.

’s Avonds zijn de kinderen weer thuis en is het gedaan met de rust en eigenlijk voelt dat ook wel weer erg vertrouwd. Zij hoeven de volgende dag niet vroeg op, ze hebben maar liefst twee weken mei-vakantie, maar ik wel. Om 0700 zwemmen in West met Ferry, mede triatleet van de lange afstand alleen moet die wel werken (verschil moet er wezen nietwaar) en om iets voor negenen weer thuis rustig ontbijten met de rest van het gezin. Da’s wel het voordeel van ’s ochtends vroeg zwemmen: de rest van de dag heb je nog voor je en in mijn geval, de fietstraining vindt pas plaats in de avond als alle buien weg zijn, en dan kun je dus overdag nog het een en ander doen. Niet teveel natuurlijk en je moet wel voor het eten zorgen want op tijd moet er vertrokken worden op de fiets naar R-num voor een tochtje met de Gele Rijders. De Gele Rijders zijn opgericht door mede Roth-ganger  en oud-haas Sjoerd, oud hazen Gaby en Alex en een voor mij onbekende Youri. Recept is hetzelfde als elke dinsdagavond in Nijmegen: je neemt een rondje van pakweg 55 kilometer en rijdt dit altijd op hetzelfde tijdstip in de week. In Nijmegen op de dinsdagavond en dan zit je bij de Wedrenners (mis ik bijna altijd omdat dan mijn vrouw moet trainen, ook belangrijk) en in R-num doe je dat op woensdagavond en start je van het Gele Rijdersplein (of daar vlak bij dan) en in Nijmegen doe je dat vanaf de Wedren. Vanaf thuis vertrek ik over het al eerder genoemde stukje snelfietsroute maar ik rij vandaag gewoon door Elst, want dat is een stuk sneller en minder zoeken naar de juiste weg (aangezien ik die dus nog niet helemaal weet). Daar aangekomen wacht ik totdat Erik er komt en verdomd, die staat al snel voor mij neus, keurig op tijd. Erik is aan het trainen voor Alpe Duzes en kan dus wel wat training gebruiken en we gaan allebei met de C groep mee. Deze groep moet dan gemiddeld 34 per uur rijden en dat is voor mij als niet fietser toch best pittig. Vorig jaar werd ik er op de Lange Juffer (dat is een toch wel pittig stuk vals plat wat gewoon lang doorgaat voor mijn gevoel) afgereden en verdomd: ook deze keer. Ik verlies het contact met de groep en kom tot op 20 meter maar helaas. De benen ontploffen en kan het gat niet meer dicht rijden en wachten is er niet bij. Ik blijft met vier anderen achter en we rijden de laatste 12 km’s met elkaar naar de finish. Tering, nu ben ik moe. Erik oogt alsof ie nooit wat anders heeft gedaan maar geeft toe toch wel moe te zijn en Gaby rijdt altijd met de A-groep mee en had een naar eigen zeggen best redelijke dag. Geef mij die fietsbenen denk ik dan. Dan spot ik nog een dame die ook in Nijmegen woont en die met nog twee mannen naar Nijmegen rijdt en jawel: ze kennen de RijnWaal snelfietsroute helemaal. Kijk nu kan ik hem eens goed in me opnemen. Nou, niet echt. Alle drie zijn A-rijders en tering: wat fietsen ze hard terug naar huis. Op zich niet verkeerd, want dan zijn we precies voor het echt donker wordt thuis, maar sjezus. 38 op de teller op het vlakke, in het wiel tegen de wind in. Het valt me zwaar na de kleine tachtig kilometer die we daarvoor al gedaan hebben in een voor mij pittig tempo (het Gele Rijders Rondje ging in 33,6 km/u gemiddeld). Het laatste stukje over De Oversteek ben ik nog door Roel of Rogier (sorry dat ik je naam niet goed onthouden heb, ik was niet meer zo scherp) op sleeptouw genomen maar de koek was op. Goed kapot kom ik thuis en ben ik blij om onder de douche te staan en met gepaste trots kan ik mijn tijden op Strava aanschouwen maar moet er nog niet aan denken dat ik in Roth tachtig kilometer verder moet fietsen en daarna nog een marathon lopen. Waar ga ik aan beginnen straks?

Volgende ochtend word ik behoorlijk stijf wakker (qua benen dan he) en word ik onder handen genomen door fysio Peter. Als ik mijn klachten opnoem: stijve kuit rechts, stijf bovenbeen (tractuspees) en mijn gehele blessure geschiedenis noem, gaat ie aan de slag en constateert eigenlijk twee dingen: je core stabiliteit is matig (vakterm voor knudde) en je rechterenkel zit vast. Dat laatste kan hardhandig losgewrikt worden waarna ik met mijn rechterbeen ineens een stuk verder door mijn knie kan zakken. Schiet mij maar lek. Ik krijg de opdracht om goed mijn core te oefenen, ga ik doen en goed met een foamroller die Tractus pees los te weken, ga ik doen. De baantraining ’s avonds gaat niet heel soepel. Acht keer 600 meter zit erin in een tempo wat leidt tot 2.45u op de marathon maar vanavond kom ik niet verder dan 4800 meter, genoeg voor vanavond. Na het douchen gezellig taart eten ter eer en glorie van de sub 3 marathon van Kim en de 3:05 van Mirte die nog veel ergere klachten had dan ik in de voorbereiding en toch de finish gehaald, sjappoo dames. Die sub 3 gaat mij ook nog een keer lukken, maar niet dit jaar en niet in Roth. Of er moet echt een wonder gebeuren.
Volgende ochtend iets minder vermoeid maar ver van uitgerust weer om 0700 in het zwembad samen met Ferry. Vanochtend weinig ouwehoeren want Ferry moet op tijd beginnen en ik moet straks de auto gaan inpakken want we gaan een weekje met het gezin in een huisje zitten in Duitsland. Daar gaan we dan eens lekker bijkomen en dit verhaal typen. Nu alleen nog een internetverbinding zien te vinden om het te publiceren…



Het is nu maandag en voor tien euro vijftig kan ik vier dagen internetten, met 1 apparaat tegelijk. Proberen de internetverbinding te delen via de iPhone werkt niet helaas. Dus nu om en om maar de internetverbinding delen. Hoezo afhankelijk geworden van internet? De 3G verbinding heb ik hier niet, los van de datakosten. Met Vodafone is het hier terugvallen op GPRS. Da’s een snelheid waar ik tien jaar geleden heel erg blij mee geweest zou zijn, maar nu snap ik waarom dat Neelie Kroes ervoor hamert dat je in de hele EU overal snel internet moet kunnen krijgen voor het tarief wat je thuis ook betaald. Kan niet wachten totdat het zover is (en dan overal een 4G netwerk met een 4G telefoon graag). 

Qua training hier op de Hünsrück in Duitsland mogen we het wat rustiger aan doen dit weekend. Op zaterdag nog even een klein stukje gelopen in het aangrenzende stukje bos. Er zijn zelfs wandelpaden uitgezet en verdomd, het is hier heuvelachtig. Uiteraard moet er samen met de rest van de familie gezwommen worden in het Aquapark en kan ik mijn baantjes nog een beetje onderhouden in het 25mtr achtige bad. De rest van de week gaan we het wat rustiger aan doen en dan laat ik me vrijdag op de terugweg uit de auto zetten in Heerlen en ga ik terug naar huis fietsen. Dat wordt dan een mooi tochtje om de nodige kilometers te maken en dan kunnen we weer er tegenaan de komende drie weken, als we de kilometers langzaam maar zeker gaan opschroeven en de grenzen van mijn fysieke beperkingen gaan opzoeken.

 Tot volgende week!