woensdag, juli 24, 2002

8.06.91

8.06.91, ofwel acht nulzes eenennegentig. Niet de code van mijn kluis, niet de geboortedatum van een volgende Britney Spears-kloon, geen onduidelijke aanduiding van een vers uit een heilig boek, nee hoor, gewoon de koele harde getallen die staan voor een wereldprestatie. 8 Minuten, 6 seconden en eenennegentig honderdsten, over 3 kilometer steeple. En dat is dan 3000meter, met elke ronde vier fikse horden en een waterbak. In die ruime acht minuten. En dat, vrienden, vriendinnen, is on-ge-loof-lijk snel: men neme een rondje atletiekbaan, u rijdt daar vast wel eens langs in de auto, dat is 400 meter. Bedenk nou es hoe hard het is zo'n rondje in 64 seconden te lopen, en dan niet een keer maar 7, en nog een halfje om het af te leren. Dat is drieduizend meter in bijna 8.06, maar om het nou een beetje lastig te maken moet je dus elk rondje over vier hoge, harde, onbeweeglijke horden, en door/over een waterbak. Maar wel gewoon in dat tempo. Simon Vroemen kan dat niet, zo hard. Simon Vroemen is een heel erg
goede steeple-loper, heeft ook een aardige 1500 meter (zonder enig hek- of waterwerk) in de benen, heeft zelfs twee jaar geleden een 3000 steeple in 8.13 gelopen, maar 8.06 is bijkans van een andere planeet. (Die planeet heet Kenia). 8.06.91 is te hard voor Simon Vroemen, dat begrijpt iedereen die de atletiek een beetje volgt, dat begrijpt ook Simon Vroemen zelf. 8.06.91 is het equivalent van Karsten Kroon die na weer twee liter bloedverlies tijdens de beklimming van de Mont Ventoux wegrijdt uit de
groep-Armstrong, luidkeels het Wilhelmus zingend. 8.06.91 is Jos Verstappen die in een Seat Ibiza de Grand Prix van Frankrijk wint, en passant de hele familie Schumacher op twee rondjes zettend. Met zijn ogen dicht. En het Wilhelmus zingend, in het Limburgs. Het is uw dochter van 16 die Inge de Bruyn op ruim 70 meter zwemt op een 200 vrij, nadat ze halverwege even uit het chloor geklommen is om PvdH een zeer lange diepe tongzoen te geven. Inge finisht, uw dochter heeft heur haren al gekamd en uit Pieters zwembroek klinkt het Wilhelmus. Dat is 8.06.91, je kunt ervan dromen, uw dochter kan ervan dromen, Simon Vroemen kan ervan dromen, maar het is niet
mogelijk. Het kan niet. Het is te hard, te snel, te mooi. Tot afgelopen vrijdagavond. Monaco. Atletiekwedstrijd met de wereldtop aan de start. Zo ook op de 3000 steeple, 10 Kenianen, paar noord-Afrikanen (die kunnen het ook), en dan de tweede (derde) groep, 'de bus'. Goeie lopers, maar alles onder de 8.15 moet al dromend onder het dekbed plaatsvinden, zoiets. En toen besloot Simon Vroemen met Afrika mee te gaan, de laatste drie rondes te versnellen, de wereldtop in te halen, derde te worden en
de klok te stoppen op 8.06.91. Dat kan dus niet, maar dat kan dus wel. Dat gelooft hij dus zelf niet, maar moet hij nu wel geloven. Vandaar dat ik op deze plek een nieuw Nederlands werkwoord voorstel, met als betekenis 'een prestatie leveren die onmogelijk is'.
Het werkwoord luidt: vroemen.