Voetbalhumor. Je houdt ervan of helemaal niet. Poep in de voetbalschoenen, dat niveau. Bij Fritz Korbach, de ongekroonde koning van de voetbalanekdotes, ligt dat een tikkeltje anders.
De werkloze proftrainer chargeert bij het leven, deinst niet terug voor pikante verhaaltjes, maar z'n af en toe wat haperende verhalen zijn nog nog net leuk, al zijn ze soms op het randje. Dat weten sinds gisteravond ook de leden van de businessclub van AGOVV. Een bloemlezing. 'Ik was trainer van Wageningen, m'n eerste profclub. Komt er er een vader bij me: ''Als je m'n zoon niet onmiddellijk in het tweede opstelt, vertrekt ie.'' We zagen het niet in hem zitten, hebben 'm laten gaan naar NEC. Leverde Wageningen drieduizend gulden op. Later speelde ie 48 keer in Oranje. Juist Edo Ophof. Ik zag het af en toe ook wel eensverkeerd.' De openingszet van Korbach zit. Volgende zet: 'Met PECZwolle stond ik stijf onderaan. Met Cambuur en Roda JCgingen we op trainingskamp. Roda stond bovenaan, vijf punten los. Een voorhoede, dat wil je niet weten: Koster, Nanninga en Vermeulen. Die zopen als nijlpaarden. Toen zei Rinus Israël tegen me: ''Hé, train, mogen wij ook eens happen''. We hebben geen wedstrijd meer verloren, en eindigden als vijfde.' Fritz zit op z'n praatstoel. 'Frank Kramer, ken je die? Ja, ja, die quizmaster. Ik was net trainer van Volendam. Hij had een conditie van helemaal niks, ik liep hem aan gort. Ik zeg: ''Frank, een contract zit er niet in, we hebben geen geld.'' Hij wilde voor niks spelen en hij schiet er zeventien in. We promoveerden naar de eredivisie. Ik heb nog regelmatig contact met die mafketel.' Ander verhaal: 'In Venlo werden we met Volendam kampioen. Hebben ze me in Volendam in een politieauto gezet. Ik geloof dat ze wel 26 rondjes om De Dijk hebben gereden, ik denk tot zes uur 's ochtends. De jongens zaten lekker in de kroeg. Da's toch leuk.' De zaal buldert.Korbach draaft door. 'ADO uit met Twente. Net gedegradeerd naar de eerste divisie en een seizoenstart van twee nederlagen en een gelijkspelletje.Crisisoverleg in Enschede. ADO uit. M'n beste speler Jan Sörensen loopt raar. Hij zegt: ''Train, dat heb ik één keer per jaar: ontstoken zaadballen. Ik zeg nog: ''Prettige wedstrijd en een gelukkig nieuwjaar''. Ik geloofde er geen barst van. Sörensen speelde niet. We wonnen met 1-5 en hebben twintig wedstrijden niet meer verloren. Je moet als trainer ook een beetje mazzel hebben.' Korbach kent geen rem meer. 'Ik was ontzettend fit. Daag ik de
groep op tijdens een duurloop. Wie denkt dat ie harder kan dan deze trainer, laat dat maar even zien. Dat was dus Martin Vreijsen, nu directeur bij Go Ahead Eagles. Die heb ik in de struiken geslagen, zo van: ik bepaal hier het tempo en niemand anders. 'Bij Heerenveen dachten ze dat ze iemand hadden gehaald die over water kon lopen.' Geen kwaad woord verder over Heerenveen. 'Ik heb er een wereldtijd gehad.' Korbach komt tijd tekort. Hij praat over de geboorte bij De Graafschap van de Superboeren, uiteraard onder zijn leiding. Z'n successen bij z'n tweede optreden bij Volendam, het avontuurtje in Turkije, als assistent-trainer van Leo Beenhakker bij Istanbulspor. Hij slingert tenslotte nog een anekdote vlotjes de businesslounge van AGOVV in. 'Ik kom terug bij Volendam: een jezus-elftal, zo goed. Zestien wedstrijden ongeslagen. Ja, het Korbach-effect. Terug naar Cambuur, vier wedstrijden achter elkaar verlies. Juist ja, het Korbach-defect.' Korbach
heeft het niet meer. Het zijn de schaarse hoogtepuntjes in het werkloze bestaan van een gebekte proftrainer met een lange staat van dienst.