vrijdag, augustus 06, 2004

'Beste butler. Ik draag een pet. Neem ik die af?'
Beste meneer Zenden. Tsja. Dat ligt eraan. Aan uw opvoeding en aan uw pet. Als de pet een baseballpet is en achterstevoren op uw hoofd staat en u onder de twintig bent, dan neemt u die pet niet af. U zegt: lauw, hot, cool, fuck you
of zo, en daar laat u het bij. Als de pet een baseballpet is en met de klep naar voren op uw hoofd staat en u boven de twintig bent, dan moet u de pet wel afnemen. En wel direct. En voorgoed. Maar kijkaan, u draagt een echte pet. Een tweedpet met ruiten. Da's mooi. En of u die afneemt? Nee. U tikt ertegen. Zo'n vinger even richting klep, als groet. Dat luistert nauw. Een goede vingertik tegen de petklep is de vinger van de grootgrondbezitter, altijd hoffelijk tegen de lijfeigenen. Tegen een collega-grootgrondbezitter wordt niet getikt. Tegenover vrouwelijke grootgrondbezitters gaat de hand naar de klep en de pet even bijna omhoog. Soms neemt u de pet ook af. Maar goed, dat hoeven we allemaal niet uit te leggen, want als u weet hoe u de pet moet afnemen, weet u ook wanneer. En hoe, daar gaat het om. Even die vinger anders, en u bent de knecht die bedankt: vinger aan de pet 'balleefd, heer!' Dank u beleefd, mijnheer, betekent dat. En als u uw heer een gunst wilt vragen neemt u de pet af, draait hem verlegen rond in de handen, en hakkelt met gebogen hoofd uw verhaal van leed en misère tot de grootgrondbezitter u verveeld zijn land aftrapt. De pet afnemen, dat zit 'm in je genen, en als het met de genen niet goed zit, loopt het slecht af. Tenminste, van u uit bezien. Wij zien wel graag dat er nog wat personeel overblijft dat z'n plaats weet, en het morsige hoofddeksel kan lichten wanneer wij voorbij gaan. Want voor de goede orde: voor ons neemt u elk hoofddeksel af. Altijd. Buigend in het stof. Niet opkijkend tot wij voorbij zijn.
------------------
uit My Butler.
En natuurlijk zet ik mijn pet niet af :-)