maandag, november 17, 2003

De gevolgen van meeroken zijn veel ernstiger dan werd aangenomen. In Nederland sterven jaarlijks duizenden niet-rokers door het inademen van tabaksrook. Alleen al aan hart- en vaatziekten overlijden ieder jaar 'enkele duizenden' meerokers. Dit staat in het concept van een advies dat de Gezondheidsraad dinsdag aanbiedt aan minister Hoogervorst (Volksgezondheid). Dagblad Trouw wist al de hand op het rapport te leggen. Ook gevallen van wiegendood worden door de Gezondheidsraad aan meeroken toegeschreven. Daarnaast veroorzaakt passief roken volgens het advies ieder jaar 'vele tienduizenden gevallen van meer of minder ernstige luchtwegaandoeningen bij kinderen'. Het aantal longkankerdoden door passief roken wordt op enkele honderden geschat.
De conclusies kunnen gevolgen hebben voor het uitstel dat Hoogervorst aan de sportsector en de horeca wil verlenen van de bepaling in de tabakswet, dat werknemers per 1 januari 2004 recht hebben op een rookvrije werkplek. Het rapport versterkt de positie van niet-rokers in rechtszaken tegen de overheid en de tabaksindustrie, zegt een letselschade-jurist. De niet-rokersvereniging CAN is al bezig met de voorbereidingen van een rechtszaak tegen de staat. CAN wil het uitstel van rookvrije werkplekken in de sport- en horecasector voor de rechter brengen. Woensdag debatteert de Tweede Kamer over de rookvrije werkplek.
In 1990 bracht de Gezondheidsraad voor het eerst advies uit over passief roken. Toen stelde de raad vast dat een verhoogde kans op longkanker door meeroken weliswaar waarschijnlijk was, maar dat het extra risico niet goed kon worden ingeschat. In het nieuwe advies schrijft de raad dat meerokers twintig procent meer kans hebben op longkanker. Bij hart- en vaatziekten wordt de risicoverhoging geschat op twintig tot dertig procent.
De Gezondheidsraad baseert de nieuwe cijfers onder meer op Amerikaans onderzoek. Volgens de raad is in de afgelopen jaren het inzicht in de manier waarop tabaksrook in het lichaam wordt opgenomen verbeterd. Daarnaast zijn er 'goede epidemiologische onderzoeken' gedaan naar de schadelijke gevolgen.