zondag, november 30, 2003
Acties van het illegale Dierenbevrijdingsfront (DBF) zijn begin jaren tachtig mee gefinancierd door legale organisaties zoals de Dierenbescherming, Lekker Dier en het Anti-Bont Comité. De hulp bestond behalve uit geld ook uit deelname aan DBF-acties. Twee DBF-activisten maakten in de jaren negentig deel uit van het landelijk bestuur van de Dierenbescherming. Het Dierenbevrijdingsfront introduceerde in Nederland vanaf 1979 het illegale dierenactivisme, vooral door proefdieren los te laten. In de jaren negentig kwam daar brandstichting, vernieling en intimidatie van onderzoekers bij. De Dierenbescherming heeft nog recent samengewerkt met een radicale club voor dierenrechten die wordt geleid door een ex-prominent van het DBF. Deze is eerder veroordeeld voor diefstal met geweld bij een DBF-actie. Dit blijkt uit een reconstructie van 25 jaar radicaal dierenrechtactivisme gebaseerd op politiedossiers, persoonlijke archieven en interviews met negen (voormalige) dierenbevrijders. Alle grote dierenbelangenorganisaties verklaarden dit jaar dat ze zich altijd van illegaal dierenactivisme hebben gedistantieerd. R.G. Buddenberg, die in december voorzitter van de Dierenbescherming wordt, zei vrijdag dat hij ,,grote schade'' voor zijn organisatie vreest. Hij wil de interne gang van zaken laten doorlichten. ,,Als er zaken zijn gebeurd die niet door de beugel kunnen moeten we forse maatregelen nemen en zonodig mensen royeren'', zegt Buddenberg. Een van de grondleggers van de het Dierenbevrijdingsfront, Henny Velthorst, zegt dat in de jaren tachtig zestig tot zeventig procent van alle kosten van het DBF werden betaald door lokale afdelingen van de Dierenbescherming. Directeur Wijnand van de Giessen van de Dierenbescherming zegt dat dit ,,niet goed'' is geweest maar wijst erop dat lokale afdelingen van de Dierenbescherming autonoom zijn. Dierenbescherming is met 175.000 leden de grootste dierenwelzijnsorganisatie. Lekker Dier heet nu Wakker Dier en het Anti-Bont Comité heet nu Bont voor Dieren. Volgens Buddenberg dient de Dierenbescherming ,,de waarheid niet te verzwijgen'' en ,,geen maatschappelijk draagvlak te verliezen''. De Tweede Kamer wil dat de activisten harder worden aangepakt. Deskundigen voorzien mede daardoor een verdere radicalisering. Henny Velthorst verklaart dat ze na ruim tien jaar wil terugkeren in de illegale dierenstrijd en ,,klappen wil uitdelen'' aan de minister van Landbouw en McDonald's. Volgens haar ,,is het nog steeds oorlog''. Uit de reconstructie blijkt dat er rechtstreekse verbanden zijn tussen de eerste illegale dierenbevrijders, die begonnen in 1979, naar personen die nu een dominante rol spelen in de radicale dierenstrijd. Het dierenactivisme is vooral sinds medio jaren negentig geradicaliseerd. Toen deden brandstichtingen bij onder meer nertsenhouders en slachterijen industrie hun intrede, alsmede acties waarbij, naar Brits voorbeeld, proefdieronderzoekers in hun privéleven worden geïntimideerd en bedreigd.