De kans dat de vijf sterkste landen tegen de vijf zwakste deelnemers in de play-offs voor het Europees kampioenschap voetbal lootten was minder dan dertien procent. Dat heeft hoofddocent dr. G. Nieuwenhuis van de Universiteit van Tilburg berekend. Hij noemt de uitkomst van de droomloting ,,verdacht''. De trekking voor de barrage van het EK werd gisteren verricht door voorzitter Lennart Johansson van de Europese voetbalunie UEFA. De loting bepaalde dat de groep van de vijf sterkste landen 'toevallig' tegen een land moet voetballen dat tot de vijf zwakste gerekend kan worden. Met Noorwegen, opponent van Spanje, als minst zwakke. Daarmee is de kans betrekkelijk gering dat voetballanden als Spanje, Turkije, Rusland en Nederland het toernooi mislopen. Aangezien deze landen grote supportersgroepen meenemen heeft dat positieve financiële gevolgen voor de EK-organisatie. ,,Wanneer we ook Noorwegen als een sterk land beschouwen, bedroeg de kans dat de vier zwakste landen elk tegen een sterk land lootten 38 procent'', aldus Nieuwenhuis, verbonden aan het Tilburgse Center voor Economic Research Econometrie. In het verleden hadden vaker verdachte lotingen plaats. Bij de trekking voor het WK in 1990 in Italië bepaalde het lot dat Engeland met zijn hooligans op het eiland Sardinië moest spelen.