donderdag, september 25, 2003

De Zweedse politie en de openbaar aanklager lijken ervan overtuigd dat de moord op minister Anna Lindh van Buitenlandse Zaken, twee weken geleden, is opgelost. Het belangrijkste bewijs is verkregen door DNA-onderzoek, meldden diverse Zweedse media op basis van bronnen in het team dat de moord onderzoekt.
Op de honkbalpet van de moordenaar, die de verdachte draagt op video-opnamen uit het warenhuis waar de minister werd aangevallen en die later op straat werd teruggevonden, is DNA-materiaal van Lindh gevonden. Ook zaten er haren van de moordenaar in, meldden de kranten Expressen en Dagens Nyheter donderdag. De haren op de pet komen volgens de bronnen van Expressen en Aftonbladet overeen met die van de woensdag opgepakte verdachte.
De verdachte is bovendien volgens de politie identiek aan de man die te zien is op beelden van de bewakingscamera's van het warenhuis Nordiska Kompaniet kort voor de moord. Aftonbladet toont op zijn internetsite een gemaskeerde foto van de man, die kort na de moord zijn haar kort zou hebben laten knippen om zijn uiterlijk te veranderen. De politie zou via een onderzoek bij een aantal kappers aan het afgeknipte haar zijn gekomen. Dat gebruikte zij voor DNA-onderzoek.
Dagens Nyheter schrijft van politiebronnen te hebben gehoord dat het genetisch materiaal van de verdachte ook voorkomt op het moordwapen, een jachtmes.
De nieuwe verdachte, die woensdagochtend in zijn woning werd aangehouden, ontkent volgens zijn advocaat ook maar iets met de moord van doen te hebben. Over de verdachte willen de politie en de bij het onderzoek betrokken openbaar aanklager Agneta Blidberg niet veel kwijt, behalve dat hij voorkomt in het politieregister. Waarom hij daarin staat, zegt de politie niet.
De Zweedse media weten te melden dat de nieuwe verdachte een ongeveer 25-jarige man met ernstige psychische problemen is. De politie zou hem de dagen voor zijn aanhouding 24 uur per dag in de gaten hebben gehouden.