Ferdi E. vertelt donderdag in Zembla voor het eerst op tv over de ontvoering van en moord op Gerrit Jan Heijn. "Toen ik was opgepakt, zou ik er vrede mee hebben gehad als ik de doodstraf had gekregen."
Op 9 september 1987 ontvoerde Ferdi E. de Ahold-topman Gerrit Jan Heijn. "Ik was van plan iemand te ontvoeren, maar hem levend weer los te laten. Ik heb het getest. Ik heb een hok gemaakt in het bos, onder de grond. Maar dat bleek niet houdbaar. Ik kon het niet bemannen zonder dat mijn gezin argwaan zou krijgen", aldus E. Om half tien 's avonds schoot hij Heijn dood.
Ferdi E. sneed het topje van een pink af om losgeld aan de familie Heijn te vragen. "Ik heb de pink in een kokertje gedaan, in een thermoskan met ijs. Toen ik thuis was heb ik het kokertje in het vriesvak van de ijskast gelegd, zodat mijn gezin het niet kon zien."
In de maanden erna onderhandelde E. met de familie Heijn. In een tunneltje bij Renkum nam hij 8 miljoen gulden in ontvangst, zonder dat de politie er van wist. Maanden later komt de politie hem op het spoor omdat hij in een slijterij een fles drank betaalt met een gemerkt biljet van 250 gulden.
Ferdi E. werd veroordeeld tot twintig jaar celstraf en tbs. Hij heeft zijn straf uitgezeten. Hij is behandeld en er is geen gevaar voor recidive, zegt het TBS rapport. Nu, anderhalf jaar na zijn vrijlating, meent E. dat er nog 'losse eindjes' zijn. Daarom vertelt hij zijn verhaal in het programma Zembla, donderdagavond op Nederland 3.
"Er zijn mensen die mij nog nooit hebben gezien en mijn bloed wel kunnen drinken. Ik hoop bepaalde vormen van nieuwsgierigheid, die ik zelf niet zo goed herken, maar waarvan ik weet dat ze er zijn, te bevredigen. En misschien ongerustheden wegnemen. Dat zijn de losse eindjes. Misschien dat het laatste losse eindje pas afgehecht wordt op het moment dat je ophoudt te bestaan".