donderdag, maart 27, 2003

Het plan was zonder meer om Pim Fortuyn dood te schieten, maar wat het precies is geweest dat Volkert van der G. in beweging heeft gezet om dat plan ook daadwerkelijk uit te voeren, weet hij niet meer. Dat verklaarde hij donderdag voor de rechtbank. Welbeschouwd minimaal voorbereid verliet Van der G. op 6 mei vorig jaar zijn woning in Harderwijk, na een ontbijt met zijn gezin. Hij reed naar Wageningen, waar hij de ochtend werkte op het kantoor van VMO, de Vereniging Milieu-Offensief. In een rugzakje had hij een vuurwapen en een paar latex handschoenen gestopt.
Verder had hij een baseballpet en een zonnebril bij zich. Aan het eind van de ochtend kocht hij met een collega een broodje en zei hij dat hij die middag vrij zou nemen in verband met het mooie weer. Vervolgens begon hij aan de autorit richting Hilversum, in de wetenschap dat Fortuyn daar die middag in de radiostudio van 3FM geïnterviewd zou worden. Onderweg stopte hij een aantal malen, onder meer om een scheerapparaat te kopen. Hij had een stoppelbaard waar hij van af wilde, om herkenning tegen te gaan. Voor dat doel dienden ook de pet en de zonnebril. De handschoenen waren bedoeld om het achterlaten van sporen te voorkomen. Het scheerapparaat weigerde overigens dienst.
Van der G. was voor 6 mei nog nooit op het Mediapark geweest. Hij had er een plattegrond van, alsmede een paar foto's. Na wat omzwervingen wist hij het park te voet te betreden. Korte tijd later vond hij het gebouw waarvan hij wist dat Fortuyn zich daar bevond. Hij meende de Daimler van de politicus te herkennen.
Vanaf ongeveer vier uur 's middags wachtte hij op het moment dat zijn beoogde slachtoffer naar buiten zou komen, in de struiken. Het vuurwapen, dat in een plastic zak zat, begroef hij in een ondiepe kuil, voor het geval iemand hem op zijn aanwezigheid daar zou aanspreken. Tijdens het wachten kon hij flarden van het radio-interview met Fortuyn opvangen, via een speaker die aan de buitenkant van het gebouw hing.
Twee uur later kwam Fortuyn met een aantal anderen naar buiten. "Toen ben ik gaan lopen", aldus Van der G., "in de richting van Fortuyn, met de ogen op oneindig en het verstand op nul". Eenmaal bij Fortuyn aangekomen liep Van der G. om hem heen en vuurde vanaf maximaal anderhalve meter vijf kogels op hem af. Van der G. zei dat hij Fortuyn opzettelijk van achteren heeft beschoten, om te voorkomen dat deze zou wegduiken. Ook wilde de verdachte voorkomen dat hij anderen zou raken.
Hij richtte op Fortuyns bovenlichaam en vervolgens op zijn hoofd. Fortuyn zakte in elkaar, terwijl hij nog werd beschoten. Van der G. schoot met twee handen, de plastic zak nog om het wapen heen. Een zesde schot ging per ongeluk af en miste doel. "Toen ben ik gaan rennen", aldus de verdachte.